op de straat een klodder kwat
een man die net gerocheld had
misschien was hij verkouden
aan zijn hand: een vrouw, een tas
bikini’s op een dakterras
met mensen die van zonnen houden
trams razen stilletjes voorbij
de mensen in de mensenbrij
die samenkomen, zich ontvouwen
en dat ik hier onzichtbaar ben
ik zit hier goed, en kijk naar hen